Raadsvragen over veiligheid voor voetgangers en (brom)fietsers
Update met antwoord ven het college
Voorkomen is beter dan genezen. Nu vertel ik hiermee natuurlijk niets nieuws. Maar toch blijkt dat er nog dagelijks valpartijen in onze stad plaatsvinden op trottoirs en fietspaden, waarvan de oorzaak te wijten is aan de verwoestende werking van boomwortels en de fiets en voetpaden daardoor gevaarlijk zijn voor de gebruikers hiervan. Vooral kinderen en ouderen zijn hier dikwijls slachtoffer van valpartijen. Dit bleek uit het antwoord wat ik vrijdag 30 maart kreeg van 2 dames van de gemeentelijke Klachten Contact Centrum (KCC), die erg behulpzaan waren en mij overigens bijzonder vriendelijk te woord stonden en daarna adequaat hebben gehandeld.
De reden dat ik de KCC belde lag in het feit dat ik op donderdag 29 maart met mijn auto op de Fruinlaan reed in Woensel. In mijn ooghoek zag ik een jonge dame hulpeloos in het rond kijken, terwijl zij bezig was een oude mevrouw te helpen opstaan. Natuurlijk ben ik gestopt en heb deze dame geholpen en 1ste hulp verleend bij het slachtoffer van deze valpartij. Een andere automobilist was zo vriendelijk om haar daarna naar het ziekenhuis te brengen, omdat de ziekenwagen voor zoiets niet wilde uitrukken. In het ziekenhuis aangekomen bleek dat zij buiten de schrik van de val, waardoor zij ernstig verward was, ook gehecht moest worden aan haar lip, kin en aan haar hand. Los van andere kleinere verwondingen en veel bloed op haar kleding, was ook haar gebit gebroken. Achteraf kun je zeggen dat deze dame nog ‘’geluk’’ heeft gehad. Ik ken meerdere mensen – ook in onze stad – die door zo ’n val levenslang aan een rolstoel zijn gekluisterd.
Deze dame van 87 jaar kwam van de Robert Fruinflat ca. 100 meter terug, waar zij zelfstandig woont. Zij was tijdens een wandelingetje, op weg naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum, gestruikeld over een of meerdere stoeptegels die behoorlijk omhoog waren gedrukt door boomwortels. Volgens enkele buurtbewoners was dat op véél meer plaatsen in hun wijk het geval. Een dag later ben ik daar, in de buurt van het bejaardenhuis zelf gaan wandelen, waar ik nog ook veel van deze verraderlijke onheilsplekken heb kunnen constateren. Dan rijst bij onze fractie natuurlijk de vraag, waarom deze wandelroutes rondom bejaardenhuizen niet méér en wellicht beter gecontroleerd kunnen worden. Datzelfde geldt voor de weg van en naar de dichtstbijzijnde bushaltes, nu we toch kunnen verwachten dat deze voetpaden intensiever gebruikt gaan worden. Naar de mening van de Lijst Pim Fortuyn, zijn hier zeer pragmatische oplossingen voor aan te reiken.
Los van dit voorval wil mijn fractie ook aandacht vragen voor de ernstige wateroverlast op vele plaatsen in onze stad tijdens een fikse regenbui, veroorzaakt door verstopte straatkolken en riolen, waardoor het water niet weg kan stromen. Dit fenomeen vindt plaats in veel wijken van onze stad en wordt meestal ook veroorzaakt door wortels van bomen en struiken. Voor zowel de voetganger als het overige verkeer levert ook deze hinder gevaarlijke situaties op. Mijn fractieleden worden hier regelmatig door Eindhovense burgers over aangesproken. Om met voorbeelden bij de laatste twéé weken te blijven, kwamen deze klachten uit Woensel, omgeving Winkel Centrum, Woenselse Heide, Prinsejagt en uit de omgeving van ’t Hofke in Tongelre.
Naar aanleiding van het voorafgaande, heeft mijn fractie behoefte aan het stellen van enkele dringende vragen.
1. Hoe blijft onze gemeente op de hoogte van de veiligheidsconditie van stoep en fietspaden? Dit even los gezien van meldingen, gedaan door burgers van onze stad.
2. Indien het antwoord van het college is, door preventieve controle, hoe dikwijls en door wie worden deze weggedeelten gecontroleerd?
3. Hoeveel meldingen met letsel, veroorzaakt door deze valpartijen, vinden er jaarlijks in onze stad plaats?
4. Zijn daar in het verleden, behalve de materiële schade ook ernstiger gewonden of doden bij te betreuren geweest?
5. Hoe groot is het totale materiële schadebedrag op jaarbasis?
6. Is onze gemeente verzekerd voor dit soort ongevallen? In het bijzonder als het gaat om verwondingen die ernstiger van aart zijn of de dood ten gevolge hebbende?
7. Is het mogelijk, dat in het bijzonder rondom bejaardenhuizen, juist nu deze mensen vanwege het goede weer, of nu zij de gratis bus willen nemen meer buitenkomen, met spoed extra controles te laten uitvoeren en indien noodzakelijk deze weggedeelten per omgaande ook voor hen begaanbaar te maken?
Dezelfde vragen kunnen gesteld worden bij verstopte straatkolken. Al jaar en dag ziet men in dezelfde straten in de wijken, bij een regenbui dezelfde straatkolken ‘’buiten haar oevers treden’’, wat een verpauperde indruk geeft voor de 5de stad van ons land.
8. Hoe is de controle door onze gemeente betreffende verstopte straatkolken, die je alleen maar kunt constateren tijdens of vrij direct na een regenbui of regenperiode?
9. Is het college het met mijn fractie eens dat deze wateroverlast, behalve gevaarlijke situaties, ook een ernstige overlast geeft voor het overige verkeer, waaronder fietsers en voetgangers?
10. Is het college het eens met de fractie van de Lijst Pim Fortuyn, dat zowel de moeilijk of onbegaanbare voetpaden, als ook de hinderlijke wateroverlast met de meeste spoed moet worden verholpen?
Ik beëindig deze brief zoals deze ook begint met; voorkomen is beter dan genezen.
Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn
2 april 2007
Antwoord van burgemeester en wethouders
1. Dit vindt plaats door visuele wegeninspecties. Daarnaast letten de gebiedsbeheerders bij hun rondes door de stadsdelen op gevaarlijke situaties.
2. De visuele inspectie (conform de richtlijnen van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek)) vindt jaarlijks plaats. Eenmaal per jaar wordt de elementenverharding gecontroleerd en het volgende jaar wordt de gesloten verharding gecontroleerd, waarbij tevens gekeken wordt naar ernstige gebreken van elementverharding. Naast deze inspectie worden de fietspaden tweemaal per jaar (eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar) door de curatieve aannemer nagelopen op oneffenheden en losliggende tegels. Indien oneffenheden en/of losliggende tegels worden geconstateerd, worden deze onmiddellijk gerepareerd. Daarnaast wordt er gereageerd op klachten die binnenkomen bij het KlantenContactCentrum. Indien er sprake is van een onveilige situatie dan wordt deze zo spoedig mogelijk aangepakt (curatieve maatregelen). Dit geldt tevens voor de zaken die door de medewerkers van het stadsdeel zelf worden gesignaleerd.
3. In 2006 zijn als gevolg van gebrekkige bestrating 14 claims ingediend waarbij sprake is van letsel. 5 Claims zijn toegewezen, 4 zijn afgewezen en 5 zijn er nog in behandeling. Voor materiële schade zijn er in 2006 13 claims ingediend: 4 zijn er toegewezen, 8 zijn er afgewezen, 1 is er nog in behandeling. Voor gebrekkige fietspaden gelden in 2006 de volgende cijfers: claims met letsel: 3, waarvan er 2 zijn afgewezen en er 1 in behandeling is. Het aantal claims met betrekking tot materiële schade bedraagt 14, waarvan er 10 zijn toegewezen, 3 zijn afgewezen en er 1 in behandeling is.
In de periode 2002 t/m 2006 is er sprake van 185 claims met betrekking tot slechte bestrating en 61 claims met betrekking tot fietspaden.
Bij bovenstaande cijfers dient opgemekt te worden dat niet alle meldingen bij het KlantenContactCentrum leiden tot het indienen van een claim.
4 Voor zover ons bekend is, zijn er geen ernstige gewonden of doden te betreuren geweest.
5. De materiële- en letselschade op jaarbasis bedraagt gemiddeld € 25.500,--.
6. De gemeente is hiervoor verzekerd.
7. Vorig jaar is er specifieke aandacht besteed aan de begaanbaarheid van voetpa¬den in de directe omgeving van verzorgingshuizen: 20.000 m2 trottoir is herstraat. Deze specifieke aandacht wordt in 2007 voortgezet. Uitvoeren van extra inspecties is niet zinvol, aangezien het momentopnames betreft. Het levert geen garantie dat korte tijd laten er alsnog sprake is van een verzakking (bijvoorbeeld ten gevolge van werkzaamheden aan kabels en leidingen). Wel zullen wij onze gebiedsbeheerders verzoeken om bij hun rondes extra te letten op verzakkingen in het trottoir en fietspaden rondom de verzorgingshuizen.
8. In Eindhoven zijn circa 90.000 kolken op openbaar terrein gelegen. Deze zijn via even zo vele kolkleidingen aangesloten op de 1.129 kilometer hoofdriolering. De gemeente controleert niet kort na iedere neerslagbui de werking van de kolken en kolkleidingen in de stad, dit is ondoenlijk. Wel worden er maatregelen getrof¬fen, zowel preventief als curatief.
b Preventieve maatregelen.
Met het regulier onderhoudsprogramma worden alle kolken in de stad tenminste éénmaal per jaar gereinigd. Voor de hoofdwegen en delen van het centrumgebied bestaan hogere frequenties van reiniging. Dit programma is zoveel mogelijk afgestemd op de werkzaamheden voor het verwijderen van het straatvuil dat tot een slechte afwatering kan leiden.
Bij de vervanging van de riolering of bij het herstraten van de weg, worden de kolkaansluitingen vervangen, teneinde verstoppingen door bijvoorbeeld wortelingroei te voorkomen.
b Curatieve maatregelen.
Klachten over water op straat worden door de medewerkers van de stadsdeel¬teams opgepakt. Ook daar waar zij zelf water op straat signaleren gebeurt dit. Als het een verstopte kolk(leiding) betreft wordt dit door hen verholpen, mid¬dels een opdracht aan de aannemer. Indien het probleem niet direct kan worden verholpen, omdat er sprake is van een groter knelpunt, wordt dit opgeschaald tot een project.
Overigens wordt de hinder door water op straat niet in alle gevallen veroorzaakt door verstopte kolken en/of kolkleidingen. In veel gevallen is de afwatering van de straat niet geheel op orde en ontstaan plassen op of langs de weg op plaatsen waar het hemelwater de kolken nooit bereikt. Daar waar mogelijk wordt dit verholpen door bijvoorbeeld het ter plaatse herstraten van de verharding of het bijplaatsen van een kolk.
Water op straat door verstopte riolen komt in de praktijk slechts bij zéér hoge uitzondering voor en zal per definitie snel worden verholpen omdat dit tot problemen leidt in de afvalwaterafvoer.
9. Voor de acceptatie van water op straat is in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2007-2010 een normering vastgelegd. Het GRP is in oktober 2006 in uw raad vastgesteld. Deze normering is overeenkomstig de landelijk gangbare normen. Het is onmogelijk te allen tijde te voorkomen dat water op straat optreedt. Dit houdt in dat in die gevallen tijdelijk hinder optreedt. Hinder is iets anders dan overlast. Daar waar dit leidt tot overlast, kunnen aanvullende maatregelen aan de orde zijn. Bij overlast valt te denken aan het binnendringen van hemelwater van gebouwen, afvalwater dat uit de riolering op straat terecht komt en leidt tot problemen voor de volksgezondheid, grote verkeersaders die afgesloten raken, of langdurige hinder voor verkeer.
Kortstondig water op straat na een hevige neerslagbui is volgens ons vigerend beleid acceptabel.
Het is uiteraard wel zo dat de bestaande infrastructuur goed dient te functioneren: een goede afwatering en een goed functioneren van de aanwezige voorzieningen (kolken, leidingen, putten en gemalen) is vertrekpunt van ons riolerings¬beleid.
10. Het GRP heeft de doelstellingen voor water op straat vastgelegd. Hierbij zijn voor een aantal locaties in de stad aanvullende maatregelen nodig. Het GRP geeft hiervoor de uitvoeringsplanning. Zo gaan we bijvoorbeeld dit jaar aan de slag met de uitvoering van de werkzaamheden in de wijk Doornakkers, een gebied dat nog niet geheel voldoet aan de doelstellingen voor water op straat.
Daarnaast besteedt het nieuwe GRP veel aandacht (en middelen) voor het adequaat beheer van de bestaande voorzieningen. Het monitoren van het aantal en soort klachten (maar ook het middels metingen beoordelen van het functioneren van het rioolstelsel) maakt daar onderdeel van uit. Dit kan leiden tot aanvullende beheermaatregelen.
Voor wat betreft de voetpaden kan worden aangegeven dat gevaarlijke situaties vanuit de curatieve middelen direct moeten worden verholpen. Daarnaast zal er evenals vorig jaar bij herstraten een extra impuls gegeven worden aan voetpaden rondom verzorgingshuizen. Bij het bepalen van prioriteiten in de onderhoudsprogramma’s krijgen de verzorgingshuizen in het kader van het speerpunt toegankelijkheid uit de visie openbare ruimte ook extra prioriteit. De extra inzet van NRE-middelen leidt verder tot een algehele verbetering van de onderhoudstoestand van de trottoirs.
Eindhoven, 1 mei 2007
3-4-07 Redactie Lijst Pim Fortuyn