Politiek Beleidsplan

De politieke vereniging Lijst Pim Fortuyn Eindhoven is in 2004 opgericht vanuit de landelijke partij die in 2002 vanuit het niets met 26 zetels in de Tweede Kamer kwam.
Maar ...wat doen en willen  wij in Eindhoven? (Lees verder)

Fractieleden Lijst Pim Fortuyn

Rudy Reker
Fractievoorzitter

 
Reker-Lilian Wiebers
Fractiemedewerkster 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Damian Dassen
Commissielid Lijst Pim Fortuyn.
Bestuurslid
Jonge Fortuynisten

Jonge Fortuynisten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
Stef Kleine Staarman
Voorzitter
Jonge Fortuynisten 

 

 

 

 

 

 

 

 
Timo Hoogerwaard
Secretaris
Jonge Fortuynisten

 

 

Raadsvragen: Wet Openbaarheid van Bestuur n.a.v. een 2de Turkse feestzaal


Eindhoven, 18 augustus 2013

Eindhovense ambtenaren spreken niet de waarheid en heeft het college dan wel integer gehandeld?

Update: met antwoord van het college van B en W
Zeer interessant en ontluisterend om de beantwoording te lezen!

(27 september 2013)

ED 20/8 Komst feestzaal blijft heikel

Geacht college,

Op 6 augustus jl. heeft u via een raadsinformatiebrief laten weten het advies van de externe bezwaarschriftencommissie van 8 juli 2013 over te nemen en de bezwaarschriften niet-ontvankelijk dan wel ongegrond te verklaren’. De bezwaarschriftencommissie is op 30 mei 2013 bijeengeweest, waar alle belanghebbenden in een hoorzitting hun verhaal mochten doen. Het schriftelijk verslag van de bezwaarschriftencommissie dd. 8 juli 2013 en uw schriftelijke beslissing dd. 11 juli 2013 op het bezwaarschrift heb ik niet van u maar via andere kanalen ter beschikking gekregen.

Desondanks is onze fractie, maar ook de bezwaarmakers stellig de mening toegedaan – ondanks uw beantwoording op 2 juli jl. van de door de LPF op 6 juni jl. gestelde raadsvragen – dat er in de door u gegeven informatie een aantal feitelijke onjuistheden zit. M.a.w. uw verweer rammelt aan alle kanten.

In eerste instantie, zoals meerdere ambtenaren mij uitdrukkelijk hadden verteld, was er geen enkel document zoals b.v. notulen, een brief of waren er gespreksverslagen geproduceerd. Ook was er volgens de ambtenaren geen enkel advies en zeker geen negatief advies vanuit de gemeentelijke organisatie of vanuit de politieorganisatie binnengekomen. Hierbij verwijs ik ondermeer naar de commissievergadering van 2 april jl. De gegeven antwoorden, zo is inmiddels ook gebleken, waren pertinente leugens omdat de fractie van de LPF op dat moment al andere informatie had verzameld uit verschillende betrouwbare bronnen. Klaarblijkelijk telt voor de Gemeente Eindhoven het volgende; ‘een advies is geen advies als er geen advies boven staat’. Bij de inhoud van deze indringende documenten staat men dan niet stil, ondanks dat deze documenten op verzoek van het college door ervaringsdeskundigen zijn geschreven.

Door als raadslid op 10 april 2013 een schriftelijk beroep te doen op artikel 169 van de Gemeentewet, bleek er na ruim één maand toch wel informatie van zowel de ambtelijke organisatie als vanuit de politie op schrift te staan. Totaal 12 A4-tjes, die ik op 17 mei jl. onder geheimhouding heb mogen lezen. Wij mogen dus keihard vaststellen dat ambtenaren niet de waarheid tegen mij hebben gesproken. De waarheid waar raadsleden recht op hebben om hun democratische en controlerende taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Voor de goede orde kan ik u nog vertellen dat ik op 14 augustus jl. deze geheime informatie wederom heb gelezen, waarna ik na bestudering van het complete dossier ten stelligste overtuigd ben geraakt van het feit dat er met het dossier, de verklaringen en wellicht ook met de data is gemanipuleerd waarbij, en dat zeg ik niet onder voorbehoud, eerder al aan medewerkers is verboden om iets over hun bevindingen te vertellen. Treurig is dat buiten mijzelf nog slechts één raadslid (SE) van de 45 de moeite heeft genomen om deze geheime documenten in te zien. Maar dat kan ik het college niet verwijten.

Bij de geheime documenten met mondelinge en schriftelijke informatie van de wijkcoördinator en een hogere ambtenaar, maar zeker ook bij de mondelinge en schriftelijke informatie die van verschillende politiefunctionarissen afkomstig is, concluderen wij dat daar tegengestelde verklaringen in staan. M.a.w. de van buiten afkomstige informatie is deels pas achteraf aangepast aan de reeds door het college genomen beslissing. Dit met maar één doel, namelijk het doordrukken van het collegebesluit voor een 2de Turkse feestlocatie op industrieterrein de Tempel. De hier bovenstaande feiten zult u als college niet meer kunnen ontkennen. Dat zou uw integriteit niet ten goede komen.

Dat brengt mij tot de volgende vragen:

1. Kunt u als college bevestigen dat ambtenaren in deze zaak meerdere keren tegen mij hebben gelogen, door te stellen dat er géén schriftelijke en mondelinge informatie beschikbaar was, terwijl na ruim één maand na een schriftelijke klacht van dit raadslid deze informatie (12 A4-tjes) wel onder geheimhouding door raadsleden was in te zien?

2. Welke sancties neemt het college naar deze ambtenaren omdat deze bewust willens en wetens onjuiste informatie aan dit raadslid hebben verstrekt? Gebeurde dat in opdracht? Zo ja van wie?

3. Kunt u als college bevestigen dat, zoals nadien is gebleken, een deel van de schriftelijke informatie uit de politieorganisatie ook op 17 mei 2013 onderdeel uitmaakte van de geheime 12 A4-tjes?

4. Kunt u als college uitleggen waarom er op een latere datum in een door de gemeente geproduceerd document een brief van de politie wordt aangehaald met de datum 9 april 2013, die zowel op 17 mei jl. als op 14 aug. jl. NIET bij de geheime 12 A4-tjes was bijgesloten?

5. Kunt u als college uitleggen waarom dit deskundigenadvies, zoals u deze brief van 9 april 2013 noemt, wezenlijk anders is dan de eerste schriftelijke bevindingen van (een) andere politiefunctionaris(sen)?

6. Kunt u als college uitleggen waarom deze brief met als onderwerp: ‘Advies Politie m.b.t. zalencentrum Herentalsweg 2 Eindhoven’ van 9 april 2013 pas nadien op 3 juni 2013 via de bezwaarschriftencommissie naar een van de bezwaarmakers is gestuurd? Of was dat een vergissing en was deze brief alleen bedoeld voor de bezwaarschriftencommissie?

Na het lezen van de geheime 12 A4-tjes op 17 mei is mij door een ambtenaar verzekerd dat deze documenten één op één aan de bezwaarschriftencommissie zouden worden toegezonden en deel zouden uitmaken van het dossier. Als een externe en neutrale commissie kon deze dan schriftelijk kennisnemen van de bevindingen van zowel de wijkcoördinator als van de politiefunctionaris(sen). Mensen uit het veld weten uit eigen ervaring dat er nu al overlast is met één Turkse feestzaal (deze overlast is ook door een van de twee ambtenaren tijdens de hoorzitting bevestigd). In mijn optiek kon de bezwaarschriftencommissie dan ook niet anders meer dan de bezwaarmakers in het gelijk stellen en zodoende het reeds door het college genomen besluit verwerpen. Maar de bezwaarschriftencommissie, zo blijkt achteraf, kon als enige wel over het Advies Politie m.b.t. zalencentrum Herentalsweg 2 Eindhoven’ van 9 april 2013 beschikken. Een brief die deels van een andere inhoud was voorzien dan de documenten die ik op 17 mei en 14 aug. jl. heb ingezien, zo heb ik op de laatste datum (14 augustus) de verklaring van de wijkcoördinator ook niet terug kunnen vinden.

7. Kunt u als college uitleggen waarom altijd ten stelligste is ontkend dat er een of  meerdere adviezen zijn uitgebracht en zeker geen negatieve adviezen? Gebeurde dit in opdracht en zo ja van wie?

Het Leefbaarheidsteam De Tempel is mede door de gemeente Eindhoven opgericht en een door het college gesubsidieerde organisatie, die inspraak wordt toebedeeld voor ondermeer het voorzieningenaanbod, de leefbaarheid en de veiligheid in de Tempel. Bestuursleden van dit Leefbaarheidsteam wonen verspreid in deze wijk. De voorzitter van dit Leefbaarheidsteam heeft tijdig op 14 maart 2013 namens het Leefbaarheidsteam bezwaar aangetekend.

Op 19 maart krijgt de voorzitter vanuit de ambtelijke organisatie te horen dat het Leefbaarheidsteam de Tempel geen bezwaar kan maken omdat het geen statutaire vereniging of stichting is. De conclusie is dan gerechtvaardigd als je hier spreekt over schijninspraak’ omdat de voorzitter alle wijkbewoners vertegenwoordigd! Of telt voor het college alleen: wel de lusten niet de lasten?’ Het reeds ingediende bezwaar van het Leefbaarheidsteam wordt dan in overleg met de juridische afdeling van de Gemeente Eindhoven geacht te zijn als het bezwaar van de voorzitter als privépersoon.

Dit bezwaar van de voorzitter wordt nadien door de bezwaarschriftencommissie niet-ontvankelijk verklaard omdat: ‘Gelet op de afstand tussen het woonadres van de heer J.……….. (straatnaam) en de Herentalsweg 2 is de heer J……….. geen  belanghebbende en dus niet-ontvankelijk in zijn bezwaren.’

Ondertussen gaat men geheel voorbij aan het feit dat de buurt waar de heer J………. woont ook overlast ondervindt omdat de speeltoestellen bij de heer J………. om de hoek tijdens deze feesten regelmatig in beslag worden genomen door Turkse jeugd vanuit deze feesten, waardoor kinderen uit deze wijk deze speelplaats niet durven te gebruiken.

8. Kunt u als college uitleggen waarom het bezwaarschrift d.d. 14 maart 2013 van de voorzitter van Leefbaarheidsteam De Tempel, die toch de bewoners van deze wijk vertegenwoordigd:
      a. Niet meegenomen kan worden in de bezwaarprocedure?
     b. Nadien dit bezwaarschrift van de heer J……. niet-ontvankelijk is verklaard door de bezwaarschriftencommissie omdat hij te ver van deze beoogde feestlocatie af zou wonen en daarmee de commissie voorbij gaat aan het feit dat ook zijn buurt overlast ondervindt van bezoekers van deze Turkse feesten?

In de geheime stukken die ik op 17 mei 2013 heb gelezen, maar ook in het advies van de politie in de nagekomen brief van 9 april jl., staan geen schokkende zaken die het landsbelang in gevaar brengen. Echter, er staan wel zaken in waar Eindhovense burgers, de bewoners in de Tempel en zeker ook de bezwaarmakers, die tegen deze 2de Turkse feestzaal zijn belangstelling voor hebben. In een democratisch bestuurde gemeente hebben burgers recht op volledige en juiste informatie. Zodoende kunnen zij dan hun afweging maken of het stadsbestuur in deze zaak van de 2de Turkse feestzaal integer heeft gehandeld.

9. Is het college bereid om tegemoet te komen aan de bezwaarmakers en andere burgers uit onze stad om de ‘Wet Openbaarheid van Bestuur’ (WOB), op de tot nu toe geheime informatie inzake de vestiging van een 2de Turkse feestzaal op industrieterrein de Tempel van toepassing te laten zijn en de consequenties daarvan te aanvaarden?

Het hier aangehaalde onderwerp van het zeer omstreden besluit voor een 2de Turkse feestzaal leent zich uitstekend voor een WOB verzoek, waar onze fractieleden zich bij dit verzoek aansluiten.

Fractie lijst Pim Fortuyn
Rudy Reker

Antwoord van burgemeester en wethouders

Alvorens antwoord te geven op de door de heer Reker gestelde vragen wil het college toelichten waarom er voor is gekozen alleen de nieuwe vragen te beantwoorden en ten aanzien van vragen die eerder beantwoord zijn te verwijzen naar die eerdere beantwoording. (Noot redactie: Meerdere eerder gestelde vragen zijn niet- of volstrekt bezijden de waarheid beantwoord.)  

Het stellen van vragen is niet alleen een recht maar ook een belangrijk instrument van raadsleden om de informatie te krijgen die zij nodig hebben om hun werk als raadslid goed te vervullen. De heer Reker persisteert echter in stellingen die door eerdere beantwoording van zijn vragen zijn ontkracht. Met de heer Reker heeft, naast de eerdere schriftelijke beantwoording, ook een gesprek met de burgemeester en de griffier plaatsgevonden. Dit gesprek ging over de insinuerende vraagstelling die gebaseerd is op onjuiste veronderstellingen. Tijdens het gesprek is hierover aan hem uitgebreid
uitleg gegeven. (Noot redactie:  Insinuerende vraagstelling? Nee zwart op wit kan de heer Reker laten zien dat deze vragen op waarheden berusten. En het college op deze ondemocratische wijze deze zaak in de doofpot wil stoppen. )

Vooruitlopend op dat gesprek had de heer Reker al schriftelijke vragen over dit onderwerp ingediend. Tijdens het gesprek gaf hij aan te zullen heroverwegen of hij die vragen zou handhaven. Hij heeft uiteindelijk aangegeven die vragen toch te willen indienen. Nu zijn er opnieuw vragen ingediend. Uit voorgaande is dus gebleken dat de heer Reker in dit dossier steeds terugkomt op zaken die aan hem zowel mondeling als schriftelijk zijn uitgelegd. Nu de heer Reker volhardt met foutieve stellingen beantwoordt het college alleen de vragen die nieuw zijn.

(Noot redactie: De heer Reker volhardt NIET IN FOUTIEVE STELLINGEN, maar baseert zijn vragen op KEIHARDE BEWEZEN FEITEN, waar het college niet op wil ingaan. De waarheid zal boven tafel moeten komen.) 

Daarmee voldoet het college aan de wettelijke antwoordplicht zoals deze in de artikelen 169, derde lid en 180, derde lid Gemeentewet is verwoord. Gelet op de Gemeentewet en het Reglement van Orde kan het college bij de beantwoording van eerder gestelde vragen verwijzen naar een eerdere beantwoording. (Deze zin is een verkrachting van de lokale democratie.)  

1. Kunt u als college bevestigen dat ambtenaren in deze zaak meerdere keren tegen mij hebben gelogen, door te stellen dat er géén schriftelijke en mondelinge informatie beschikbaar was, terwijl na ruim één maand na een schriftelijke klacht van dit raadslid deze informatie (12 A4-tjes) wel onder geheimhouding door raadsleden was in te zien?

Zie de beantwoording van de raadsvragen, gedateerd op 2 juli 2013 (raadsnummer 13R5452) .

(Noot redactie: In het antwoord van 2 juli 2013 ontkent het college dat er door een ambtenaar is gelogen. Dit terwijl de voltallige commissie Ruimte en Vastgoed en nadien de Gemeenteraad - voor zover zij hebben opgelet - heeft meegekregen dat het college in het verlengde van de liegende ambtenaar heeft gesteld dat er geen negatief advies en/of documenten met deze strekking bestaan. Na een schriftelijke klacht van Reker (10 april 2013) duurde het alsnog 5 weken (15 mei 2013) voordat er onder geheimhouding 12 A4-tjes inzake dit onderwerp door de raad ter inzage lagen. Zie ook het citaat uit de mail van de griffie bij punt 3) 
  

2. Welke sancties neemt het college naar deze ambtenaren omdat deze bewust willens en wetens onjuiste informatie aan dit raadslid hebben verstrekt? Gebeurde dat in opdracht?

Zie het antwoord op vraag 1. Sancties zijn niet aan de orde.

3. Kunt u als college bevestigen dat, zoals nadien is gebleken, een deel van de schriftelijke informatie uit de politieorganisatie ook op 17 mei 2013 onderdeel uitmaakte van de geheime 12 A4-tjes?

Ja, bij dit overzicht zat een interne mail van politiemedewerkers aan hun leidinggevende. U gebruikt in uw vraag het woord “geheime”. Voor alle duidelijkheid: het betreft hier door de raad zelf opgelegde vertrouwelijkheid. Raadsleden hebben zelf volledige inzage in alle stukken.

(Noot redactie: Deze beantwoording is ook onjuist. De burgemeester heeft als éérste, via een mail van de griffie d.d. 15 mei 2013, geheimhouding opgelegd, welke geheimhouding nadien door de gemeenteraad in de raadsvergadering van 21 mei 2013 zou moeten worden gecontinueerd. 

Citaat uit een mail van de griffie d.d. 15 mei 2013: De burgemeester legt geheimhouding op ten aanzien van de documenten (memo + bijlagen) op grond van de Wet Openbaarheid van bestuur. Openbaarmaking leidt tot onevenredeige benadeling van de gemeente vanwege het feit dat de vrije gedachtewisseling tussen ambtelijk apparaat en het dagelijks bestuur alsmede de informele en formele informatielijnen tusssen politie en de gmeente hierdoor te zeer onder druk komen staan.

De gemeenteraad dient in de eerst volgende vergadering (21 mei) de opgelegde geheimhouding te bevestigen. Indien de raad deze geheimhouding echter niet bekrachtigt, vervalt de opgelegde geheimhouding.
Einde citaat.
4. Kunt u als college uitleggen waarom er op een latere datum in een door de gemeente geproduceerd document een brief van de politie wordt aangehaald met de datum 9 april 2013, die zowel op 17 mei jl. als op 14 aug. jl. NIET bij de geheime 12 A4-tjes was bijgesloten?

Op 3 juni werd duidelijk dat de brief van 9 april abusievelijk niet was opgenomen in het dossier dat bij de griffie ter inzage lag. Hiervan werd de griffier op de hoogte gesteld. Dit is vervolgens hersteld door aan hem via de mail alsnog een exemplaar daarvan beschikbaar te stellen. De griffier meldt ons hierover desgevraagd: "Ik heb hiervan telefonisch mededeling gedaan aan de heer Reker. Ik verkeerde in de stellige overtuiging dat ik de betreffende mail daarna ook daadwerkelijk heb doorgestuurd. Achteraf is echter gebleken dat ik die mail niet heb doorgestuurd. Dit betreur ik zeer".

(Noot redactie: Deze beantwoording zijn totale verzinsels. Op 3 juni ontving Reker via een van de bezwaarmakers de brief van 9 april 2013. Op 14 augustus heeft Reker de griffie hiervan in kennis gesteld, omdat deze brief weer niet bij de geheime stukken was in te zien. De griffier reageerde verbaast en vertelde even later dat hij eerder deze brief aan mij had toegezonden. Dit 'feit' kon hij echter niet meer nagaan. Een aantal weken later bood hij zijn excuses aan dat dit een misverstand was geweest. Hij had deze brief niet gestuurd. Via de gemeente heb ik deze brief nooit ontvangen en maakte ook geen deel uit van de geheime stukken.)    

5. Kunt u als college uitleggen waarom dit deskundigenadvies, zoals u deze brief van 9 april 2013 noemt, wezenlijk anders is dan de eerste schriftelijke bevindingen van (een) andere politiefunctionaris(sen)?

Nee, dat is een vraag aan de politie. Desgevraagd heeft de Politie laten weten: “In een interne mail hebben politiemedewerkers aan hun leidinggevende aangegeven hoe zij keken naar de situatie. Vervolgens is er een formeel advies opgesteld.”

(Noot redactie: Dat is wederom onjuist. Het was geen interne mail van politiemedewerkers naar de leidinggevenden. De politiechef aan wie de buurtbrigadier haar bevindingen heeft doorgegeven heeft mij persoonlijk verzekerd dat hij de mail/brief naar de gemeente heeft gestuurd. Deze verklaring heb ik dan ook op 17 mei en 14 augustus bij de geheime stukken kunnen lezen. De bevindingen van Reker, nadat hij de wijkcoördinator en de politiechef uitvoerig had gesproken, is dat er sterke vermoeden bestaan dat de brief van de politie dd. 9 april 2013 met een positief advies pas nadien is opgesteld, om de zaak 'rond' te maken. Bovendien was de mail/brief van 9 april door een andere politiefunctionaris gestuurd.)

 
6. Kunt u als college uitleggen waarom deze brief met als onderwerp: ‘Advies Politie m.b.t. zalencentrum Herentalsweg 2 Eindhoven’ van 9 april 2013 pas nadien op 3 juni 2013 via de bezwaarschriftencommissie naar een van de bezwaarmakers is gestuurd? Of was dat een vergissing en was deze brief alleen bedoeld voor de bezwaarschriftencommissie?

Deze brief mocht onderdeel uitmaken van de bezwaarprocedure, zoals ook aan uw raad was aangegeven. Alle bezwaarmakers hebben het advies van de politie toegezonden gekregen en hebben daar op kunnen reageren.

(Noot redactie: Deze bewering is onjuist. Pas op 3 juni, enkele dagen na de hoorzitting Beroep en Bezwaar heeft één van de bezwaarmakers deze brief van deze commissie ontvangen, die vervolgens dit nagekomen positief politieadvies aan mij heeft doorgestuurd. Begin juni, met verzenddatum 31 mei hebben andere bezwaarmakers de brief van de politie ook pas ontvangen. Op 14 augustus 2013 heb ik wederom de geheime stukken doorgelezen, waarbij de brief van de politie nog steeds ontbrak. Toen pas heb ik de griffie op de hoogte gesteld van de brief van 9 april 2013.)

Wat op 14 augustus ook ontbrak in de geheime stukken was de mail met de negatieve bevindingen van de wijkcoördinator.

7. Kunt u als college uitleggen waarom altijd ten stelligste is ontkend dat er een of meerdere adviezen zijn uitgebracht en zeker geen negatieve adviezen? Gebeurde dit in opdracht en zo ja van wie?

Zie de beantwoording van de raadsvragen, gedateerd op 2 juli 2013

8. Kunt u als college uitleggen waarom het bezwaarschrift d.d. 14 maart 2013 van de voorzitter van Leefbaarheidsteam De Tempel, die toch de bewoners van deze wijk vertegenwoordigd:
     a. Niet meegenomen kan worden in de bezwaarprocedure?
     b. Nadien dit bezwaarschrift van de heer J……. niet-ontvankelijk is verklaard door de bezwaarschriftencommissie omdat hij te ver van deze beoogde feestlocatie af zou wonen en daarmee de commissie voorbij gaat aan het feit dat ook zijn buurt overlast ondervindt van bezoekers van deze Turkse feesten?

Als bezwaar wordt gemaakt door een stichting/team/vereniging worden (bij de ontvangstbevestiging) de statuten opgevraagd om na te gaan of de voorzitter bevoegd is om namens die partij in rechte op te treden. Als dat niet zo is, of als er geen statuten zijn, moet hij door de leden gemachtigd worden. Bij ontbreken van zowel statuten als een machtiging van de leden is door de betrokken persoon besloten om op persoonlijke titel de procedure te vervolgen.

In deze specifieke casus heeft de commissie het volgende advies gegeven: “De heer J. heeft 20 maart 2013 aangegeven dat de heer J. het bezwaar namens Leefbaarheidsteam De Tempel op persoonlijke titel voortzet. Gelet op de afstand tussen het woonadres van de heer J. en de Herentalsweg 2 is de heer J. geen belanghebbende en dus niet-ontvankelijk in zijn bezwaren. Deze bezwaren
worden daarom verder niet meer inhoudelijk behandeld.” Het college heeft in zijn beslissing op bezwaar dit advies overgenomen.

(Noot redactie: Het gaat het college niet om redelijke tegenargumenten aan te horen, omdat de heer J. al door ambtenaren was kalt gesteld, maar om het doordrukken van een onredelijk genomen besluit. Dat de heer J. namens vele ongeruste bewoners uit de Tempel spreekt is toch wel lastig voor het college en daarom wordt de heer J. de mond gesnoerd.)

9. Is het college bereid om tegemoet te komen aan de bezwaarmakers en andere burgers uit onze stad om de ‘Wet Openbaarheid van Bestuur’ (WOB), op de tot nu toe geheime informatie inzake de vestiging van een 2de Turkse feestzaal op industrieterrein de Tempel van toepassing te laten zijn en de consequenties daarvan te aanvaarden?

Het college voert de wet uit, dus ook de Wet Openbaarheid van Bestuur. Deze wet geeft duidelijk aan wanneer informatie wel of niet verstrekt wordt.

(Noot redactie: De wet zegt niet dat het Eindhovens college van B en W mag liegen en tevens liegende ambtenaren moeten beschermen. Integendeel raadsleden hebben recht op volledige en juiste informatie. Bij het voor de derde keer lezen van de geheime stukken op 15 oktober is gebleken dat toen ook de gestuurde mail van de politie uit het dossier was verdwenen. In plaats daarvan was voor het eerst de brief met het 'positieve advies' van de politie dd. 9 april in het dossier aanwezig. Het negatief advies van de wijkcoördinator was toen ook uit het dossier verdwenen.)
 
Conclusie: Het college past de inhoud van het geheime dossier betreffende de Turkse feestzaal te pas en te onpas aan door documenten te wisselen of te laten verdwijnen. De waarheid moet ook hier in de doofpot. 

Eindhoven, 27 september 2013.