Legale prostitutie en schaarse vergunningen
Legale prostitutie en schaarse vergunningen in Eindhoven
In West-Europa werken naar schatting tussen de 300.000 en 500.000 prostituees uit het voormalige Oostblok. In Nederland zijn er naar schatting tussen de 20.000 en 30.000 mensen actief in de legale prostitutie. (Bron: Google) Wie weet is uw buurvrouw een van hen? Dit brengt uiteraard een grote verantwoordelijkheid met zich mee voor onze lokale bestuurders. Als volksvertegenwoordigers hebben wij de taak om te controleren of het gemeentebestuur – voor zover uw gemeente legale prostitutiepanden toestaat – hier een goed beleid op voert. Wegkijken of struisvogelpolitiek helpt niemand; sterker nog, het kan levensgevaarlijk zijn voor sekswerkers.
In het voorjaar van 2024 ben ik, op verzoek vanuit de branche in onze stad, in deze materie gedoken. Ik heb vastgesteld dat Eindhoven zich tot nu toe strikt houdt aan de wet op schaarse vergunningen. Echter, bij het opstellen van de selectieprocedure voor exploitanten en ondernemers mogen gemeenten rekening houden met zes belangrijke overwegingen:
- De volksgezondheid
- De doelstellingen van het sociaal beleid
- De gezondheid en veiligheid van werknemers of zelfstandigen
- De bescherming van het milieu
- Het behoud van cultureel erfgoed
- Andere dwingende redenen van algemeen belang
Eindhoven heeft één legale prostitutielocatie: het Baekelandplein, waar 23 ramen beschikbaar zijn. De bedrijven achter deze ramen worden frequent gecontroleerd door de gemeente, woningcorporatie, politie, GGD en Belastingdienst. De huidige exploitanten vormen de eerste verdedigingslinie tegen misbruik en illegaliteit. Voor hen is het immers van groot belang dat mensenhandel, gedwongen prostitutie, drugshandel en andere illegale activiteiten geen kans krijgen. Dit systeem functioneert alleen goed wanneer ondernemers elkaar én de betrokken overheidsinstanties goed kennen en vertrouwen. Om die reden is het belangrijk dat er niet te veel wisselingen plaatsvinden.
Schaarse vergunningen
De onvrede op het Baekelandplein komt voort uit de Europese wetgeving over ‘schaarse vergunningen’, die bepaalt dat iedereen gelijke kansen moet hebben om zo’n vergunning te bemachtigen. Dit geldt zowel voor een exploitatievergunning op het Baekelandplein als, bijvoorbeeld, voor een staanplaats voor een oliebollenkraam – een situatie die in 2024 al eens ernstig misging.
In Eindhoven geldt voor deze vergunningen een termijn van vijf jaar. Als een bedrijf aan alle wetten, regels en voorwaarden voldoet, kan de vergunning nog met drie of vijf jaar worden verlengd. Daarna wordt de ondernemer gedwongen te stoppen en moet het pand casco worden opgeleverd. Anders dan bij een oliebollenkraam, die eenvoudig verplaatst kan worden, betekent dit voor exploitanten op het Baekelandplein dat zij in één klap hun investering, bedrijf en inkomen verliezen. Ook de sekswerkers die al jarenlang een kamer huren, verliezen hun legale werkplek en verdwijnen mogelijk in de illegaliteit. Dit is de (a)sociale kant van het verhaal.
Bij de oprichting van het Baekelandplein zijn er tussen de gemeente en de kandidaat-ondernemers bepaalde afspraken gemaakt. Deze afspraken blijken nu in strijd te zijn met de huidige interpretatie van de wet op schaarse vergunningen. In veel gemeenten wordt binnen de wetgeving rekening gehouden met de specifieke situatie van de prostitutiebranche, maar Eindhoven doet dat vooralsnog niet – ondanks meerdere raadsvragen van de LPF en gesprekken met de burgemeester en ambtenaren.
De gevolgen voor ondernemers en sekswerkers
Het echte probleem in Eindhoven is de onzekerheid. Ondernemers die jarenlang hun ziel en zaligheid in hun bedrijf hebben gestoken, zien hun toekomst in rook opgaan. Dit terwijl zij hun werk nog vele jaren met liefde en toewijding hadden willen voortzetten. In tegenstelling tot andere sectoren zal deze branche immers nooit verdwijnen.
Ook de sekswerkers zijn de dupe. Zoals te zien en te horen is in de uitzending van Omroep Brabant, kunnen zij vandaag al de einddatum van hun legale werkplek noteren. Ondanks dat ze altijd aan alle wettelijke en gemeentelijke eisen hebben voldaan, staan ze na maximaal tien jaar alsnog op straat. En dan?
Bij ernstige misstanden kan de gemeente een vergunning tussentijds intrekken. De LPF vindt dat terecht en daar is ook geen discussie over. Maar de kans dat een ondernemer na een vergunningstermijn van vijf plus vijf jaar opnieuw wordt geselecteerd onder het Eindhovense lotingssysteem, is minder dan één procent.
Na negentien jaar in de gemeenteraad hebben wij uiteraard vaker taaie vraagstukken behandeld. We zullen nooit wegkijken als er gevaar dreigt. Maar helaas kan ik, anders dan in mijn werkzame leven in de automobielbranche, hier geen garantie geven op een goede afloop. Toch zal de LPF zich hiervoor blijven inzetten.
Rudy Reker