Raadsvragen over het Turkije avontuur van het (regionale) ROC in onze gemeente

Update met antwoorden van het college


Met verbazing heeft onze fractie uit het Eindhovens Dagblad van zaterdag 6 januari kennis genomen van het feit dat het Regionale Opleiding Centrum, ROC uit onze gemeente de volgende maand opleidingen in Turkije gaat geven. Volgens de geschreven informatie gaat dit over volwasseneducatie, die onder andere taalcursussen gaat aanbieden. Dit als voorbereiding op de inburgeringscursussen.

Deze opleidingen in Turkije stimuleren de Turkse bevolking juist om hun plannen voor emigratie en/of tot gezinshereniging in Nederland ten uitvoer te brengen, doch ook om deze plannen te bespoedigen. Omdat het ROC in Eindhoven is gevestigd, is het zeer wel mogelijk dat men zich nadien ook in onze stad wil vestigen. Met alle problemen van dien, omdat maar weinig Eindhovenaren op dit initiatief zitten te wachten. Naar het idee van mijn fractie geeft het ROC hiermede een totaal verkeerd signaal af aan de Turkse bevolking.

De inburgeringscursussen zijn tweeledig bedoeld.
1. Om de massale stroom emigranten vanuit landen buiten de EU naar ons land te beperken.
2. Om de mensen die eenmaal hier zijn, onze taal, normen en waarden bij te brengen, zodat zij zich volledig kunnen aanpassen en inpassen in onze Nederlandse cultuur.

Bovendien is het ROC een Regionaal Opleiding Centrum, dat gesubsidieerd wordt met overheidsgeld. Hoewel de directeur van de ROC school voor volwasseneducatie zegt dat de opleidingen in Turkije niet met belastinggeld zullen worden betaald, is mijn fractie hier absoluut niet gerust op.

Hierbij kom ik tot de volgende vragen:

1. Was het college al eerder dan de bekendmaking in het Eindhovens Dagblad bekend met de plannen van het ROC?

2. Is het college het met mijn fractie eens dat dit een zeer ongewenste activiteit is van een school die met overheidsgeld gefinancierd word?

3. Is het college het met mijn fractie eens dat deze activiteiten – voor zover nodig – aan particuliere organisaties met een commerciële instelling moeten worden overgelaten?

4. Deelt het college de mening van mijn fractie dat door een poule indeling van meerdere leraren in Turkije, de kwaliteit van het onderwijs op de Eindhovense ROC nadelige gevolgen voor de leerlingen zal hebben?

5. Is het college bereid, of heeft het college de mogelijkheid om dit voorgenomen Turkse avontuur te verbieden of te blokkeren?

6. In hoeverre is financiële controle van ingezet belastinggeld en subsidies mogelijk om te voorkomen, dat dit avontuur de Eindhovense burgers extra geld gaat kosten?

7. Hoeveel overheidsgeld heeft het ROC tot nu toe al in dit avontuur geïnvesteerd?

Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn

Eindhoven 9 januari 2007

Antwoord uan burgemeester en wethouders

Reeds bij de aanvang van de ROC's (1995) is door de toenmalige onderwijsminister Ritzen uitdrukkelijk gecommuniceerd dat de ROC's vanaf hun oprichting uitdrukkelijk door de overheid worden uitgedaagd een meer ondernemende organisatie te worden en zich niet enkel te beperken tot de reguliere gesubsidieerde onderwijsactiviteiten.

Dat heeft, zowel landelijk als bij ROC Eindhoven, geresulteerd in de ontwikkeling van tal van commerciële activiteiten die een andere financieringsgrondslag dan subsidie kennen. Sterker nog, met de invoering van de nieuwe Wet Inburgering per 1januari 2007 zijn de ROG's door het overheidsbeleid uitdrukkelijk gelijk geschakeld met commerciële instellingen en bedrijven inzake de verwerving van opdrachten inburgering.

De inburgering dient volgens de nieuwe regelgeving voortaan uitsluitend te geschieden langs de weg van een open Europese aanbesteding, waarbij ROC Eindhoven de geprivilegieerde positie van gedwongen winkelnering door de overheid inzake inburgering heeft moeten prijsgeven.

Het effect dat ROC's zich steeds meer zullen wagen op de markt van profit activiteiten en mededinging in openbare aanbestedingen, roept de overheid zelf op door het gevoerde beleid.

1. Zoals uit het bovenstaande valt afte leiden ligt het niet in de verwachting dat het ROC Eindhoven de gemeente informeert over deze activiteiten. Hetgeen dan ook niet is gebeurd.

2. Wij kennen het initiatief niet.

3. Het college deelt uw opvatting niet.

4. De gemeente Eindhoven heeft geen verantwoordelijkheid voor het lerarenbestand van het ROC Eindhoven. Het college waakt binnen de contracten middels uitvoerige rapportage en monitoring over de kwaliteit van elk individueel inburgeringstraject.

5. Gelet op de beantwoording in bovenstaande antwoorden zal het u duidelijk zijn dat het college de opgestarte nevenactiviteiten van het ROG Eindhoven niet kan blokkeren of verbieden. Het ligt in de lijn van ingezet overheidsbeleid dat ROC's toenemend commerciële activiteiten opstarten.

6. Aan de lopende contracten met het ROC Eindhoven liggen overeengekomen prijsafspraken per product en per traject ten grondslag, die op basis van een open Europese aanbesteding (dus marktconform) tot stand zijn gekomen. Op de levering en facturering van die producten bestaat zowel vanuit de gemeente, als vanuit het Rijk, een zeer uitgebreid controleprotocol, uitgebreid gemonitord door meerdere onafhankelijk van elkaar controlerende accountantsbedrijven.

7. Wanneer het ROC Eindhoven opereert binnen de wettelijk geboden ruimte, heeft het ROC Eindhoven geen overheidsgeld in dit initiatief geïnvesteerd. We hebben, gezien bovenstaande aanduiding van het landelijk, provinciaal en gemeentelijk controlesysteem, geen enkele aanwijzing dat het ROC Eindhoven
anders zou handelen dan ook in de publicatie is aangegeven, namelijk dat het ROC Eindhoven dit betaalt uit de inkomsten die worden gegenereerd uit de commerciële nevenactiviteiten.

Eindhoven, 6 februari 2007.
 
Fractie Lijst Pim Fortuyn