Raadsvragen: Aangekondigde handhaving rondom Eindhoven Airport
Eindhoven, 15 april 2012
‘Hoe kunnen we de wethouder van Ruimte en Vastgoed stoppen’?
Met onderaan de beantwoording van de vervolgvragen van D66
Geacht college,
De gemeenteraad heeft in de raadsvergadering van 28 februari jl. unaniem de motie M1A aangenomen, waarin is gevraagd een brede discussie te starten over het mobiliteitsvraagstuk rond Eindhoven Airport, waarvan commercieel parkeren een onderdeel is.
Aanleiding tot deze motie was een raadsvoorstel tot gewijzigde vaststelling bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Eindhoven Airport’. Een raadsvoorstel dat volgens de wethouder, om problemen voor de Gemeente Eindhoven te voorkomen, niet uitgesteld mocht worden en in deze raadsvergadering van 28 februari beslist moest worden aangenomen. Het advies van de wethouder aan de raad tijdens de commissiebehandeling was dat er altijd nog een motie ingediend kon worden. De meerderheid van de raad trapte in deze val en keurde het raadsvoorstel goed. Echter wel met het gegeven dat de motie M1A, ingediend door D66 en de Lijst Pim Fortuyn zou worden aangenomen, zoals dan ook is gebeurd. Hoewel de Lijst Pim Fortuyn tegen dit raadsvoorstel en voor genoemde motie heeft gestemd, was het niet alleen voor onze fractie maar voor meerdere fracties aannemelijk dat deze motie een compromis was, waarmee de raad de druk van de ketel zou halen totdat een brede discussie zou plaatsvinden.
Eerder was al gebleken dat het verschil van inzicht tussen de wethouder Ruimte en Vastgoed enerzijds en meerdere raadsleden alsook de commerciële parkeerbedrijven anderzijds, die met het destijds vigerende bestemmingsplan legaal hun activiteiten konden uitoefenen, 180 graden van elkaar verschilden. Bureaucratisch geneuzel ligt daaraan ten grondslag. Meerdere rechtszaken tegen deze legale activiteiten waren op voorhand al door de Gemeente Eindhoven in gang gezet.
De commerciële parkeerbedrijven zijn tot de gewraakte parkeeractiviteiten gekomen doordat meerdere bedrijfspanden rond Eindhoven Airport met de daarbij aanwezige parkeerplaatsen al geruime tijd ongebruikt bleven. Daartegenover stond dat de parkeerdruk rond Eindhoven Airport en de hierdoor ontstane overlast in de wijk Meerhoven (veel reizigers parkeren hun auto’s tot ongenoegen van de bewoners gedurende de tijd dat zij weg zijn in deze wijk) wijd en zijd bekend was.
Met verbazing heb ik dan ook dit weekend vernomen dat de afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving (VTH) vanaf woensdag 18 april a.s. handhavend gaat optreden tegen een parkeerbedrijf, waarvan de bezwaarprocedure nog gaande is. Dat de voorzieningenrechter juist daarom geen uitspraak in deze zaak wilde (en kon) doen, kon je op je 10 vingers uittellen. Ook een in gang gezette procedure bij de commissie Beroep en Bezwaar moet nog worden afgerond.
De fractie van de Lijst Pim Fortuyn vindt het dan ook niet passend, hoogst onfatsoenlijk en onacceptabel om nu al te gaan handhaven, wetende dat de gevolgen hiervan, zijnde een faillissement voor het commerciële parkeerbedrijf en het verdwijnen van meerdere arbeidsplaatsen rampzalig zullen zijn. Dat de wethouder tijdens de huidige economische crisis op deze bureaucratische wijze haar gelijk probeert te halen en zodoende bedrijven met personeel de financiële afgrond instort, is ongehoord en getuigt zeker niet van sociale betrokkenheid. Maar in meerdere lopende zaken blijkt dat de wethouder van Ruimte en Vastgoed wel erg ver van de zakelijke wereld afstaat. Denk b.v. maar aan de ongebruikte ‘hardheidsclausule’ bij kamerbewoning en de halsstarrige houding betreffende de kapitale bedrijfspanden op het Wilhelminaplein.
Eindhoven is niet alleen de ‘Slimste Regio van de wereld’, maar heeft ook de titel ‘Beste Binnenstad’ gekregen. Ondanks deze predicaten kan ik niet om de gedachte heen dat Eindhoven ook nog streeft naar de titel ‘Meest bureaucratische en bedrijfsonvriendelijke stad’. Het is de hoogste tijd dat de wethouder haar persoonlijke en partijbelangen opzij zet en binnen de grenzen van redelijkheid en wettelijke bepalingen de lopende en aankomende procedures gaat heroverwegen.
- Is het college c.q. de wethouder bereid om de handhaving bij commerciële parkeerbedrijven op te schorten totdat de rechter uitspraak heeft gedaan in de lopende bezwaarprocedure(s)?
- Eveneens geldt deze vraag ook totdat de aangevraagde en nog niet gehonoreerde behandeling bij commissie van Beroep en Bezwaar is afgerond?
- Waarom geeft de wethouder van Burgerparticipatie geen antwoord(en) op verzoek(en) van gedupeerde burgers en ondernemers om met hen in gesprek te gaan?
- Is het gezien de precaire situatie van dit parkeerbedrijf mogelijk om voor woensdag 18 april a.s. deze vragen te beantwoorden?
Fractie Lijst Pim Fortuyn
Rudy Reker, fractievoorzitter
Antwoord van burgemeester en wethouders
1. Is het college c.q. de wethouder bereid om de handhaving bij commerciële parkeerbedrijven op te schorten totdat de rechter uitspraak heeft gedaan in de lopende bezwaarprocedure(s)?
Op 4 april jl. heeft de voorzieningenrechter te Den Bosch uitspraak gedaan op het verzoek van het door het raadslid Reker aangehaalde parkeerbedrijf om een voorlopige voorziening te treffen tegen – kortgezegd - ons handhavingsbesluit tot beëindiging van het bedrijfsmatig aanbieden van parkeerruimte. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van het parkeerbedrijf afgewezen. In zijn uitspraak heeft de rechter meegenomen dat tegen een ander besluit van ons, namelijk dat tot weigering van de vergunning voor het parkeerbedrijf op dezelfde locatie, nog een zelfstandige bezwaarschriftenprocedure loopt. In de regel gaan wij terstond over tot uitvoering van een handhavingsbesluit na een rechterlijke toets als deze.
Niettemin hebben wij in overleg met de advocaat van het parkeerbedrijf, en bovendien op diens verzoek, de zogeheten begunstigingstermijn verlengd met 2 weken. Kortgezegd is met de advocaat van het parkeerbedrijf overeengekomen dat met ingang van 18 april a.s. de illegale activiteiten van het parkeerbedrijf, op straffe van het alsdan verbeurd zijn van een dwangsom, zijn gestaakt. Voor het parkeerbedrijf is het dan ook geen verrassing dat het zijn activiteiten met ingang van 18 april a.s. heeft te beëindigen. Een herhaald verzoek om voorlopige voorziening, strekkende tot verlenging van de begunstigingstermijn, is hedenmiddag door de voorzieningenrechter –nu zonder rechtszitting- opnieuw afgewezen.
In de raadsvergadering van 28 februari jl. heeft uw raad het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Eindhoven Airport’ vastgesteld. In dat plan zijn ruimtelijke kaders opgenomen waarbinnen de ter plaatse gevestigde bedrijven zich kunnen ontwikkelen. Onderdeel van het plan is dat commercieel parkeren rondom (leegstaande) bedrijven niet beantwoordt aan de functie van het bedrijventerrein en daarmee niet is toegestaan. Op ons rust dan ook een zogeheten ‘beginselplicht’ om te handhaven. In lijn met deze kaders -en evenzo aan het daaraan voorafgaande, door uw raad in maart 2011 genomen voorbereidingsbesluit- wordt dan ook door ons handhavend opgetreden tegen bedrijven die rondom nu leegstaande panden commercieel parkeren aanbieden.
In dezelfde vergadering heeft uw de raad het college opdracht gegeven om voor het zomerreces een brede discussie te starten over het mobiliteitsvraagstuk rond Eindhoven Airport waarbij commercieel parkeren een onderdeel is. Zoals wij ter vergadering al kort hebben toegelicht vraagt deze voor de Brainport belangrijke opgave een integrale benadering, die het woon- en werkgebied in de directe omgeving van de luchthaven overstijgt. Kortgezegd houdt de opgave verband met de aan de Alderstafel Eindhoven overeengekomen groei van de luchthaven en de daarvoor, door betrokken partijen, te plegen investeringen in de duurzame bereikbaarheid van de luchthaven. Wij zetten daarbij onder meer in op een buiten de directe omgeving van de luchthaven nieuw te realiseren treinstation, doortrekking van HOV, nieuwe N2-afslag en parkeer- en transferiavoorzieningen. Waar het deze laatste voorzieningen betreft wordt de locatiebepaling in samenhang bezien met de totale bereikbaarheidsopgave. Het lijkt evenwel logisch om deze voorzieningen mogelijk te maken in de directe nabijheid van het nieuw te realiseren station. Wij denken daarmee op termijn niet alleen het (internationale) vestigingsklimaat in de Brainport te versterken, maar ook bijv. de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de directe omgeving van de luchthaven, Meerhoven incluis, te verbeteren. De bestaande parkeerdruk en die in de aankomende jaren kan door de voorzieningen op de luchthaven zelf worden opgevangen.
2. Eveneens geldt deze vraag ook totdat de aangevraagde en nog niet gehonoreerde behandeling bij commissie van Beroep en Bezwaar is afgerond?
Zie daarvoor het antwoord op vraag 1.
3. Waarom geeft de wethouder van Burgerparticipatie geen antwoord(en) op verzoek(en) van gedupeerde burgers en ondernemers om met hen in gesprek te gaan?
Wij herkennen ons niet in de in de vraag besloten suggestie. Met het door de heer Reker bedoelde bedrijf heeft ons college (in de persoon van de portefeuillehouder Mobiliteit, maar vanzelfsprekend in afstemming met onze portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening) overigens in januari van dit jaar gesproken.
4. Is het gezien de precaire situatie van dit parkeerbedrijf mogelijk om voor woensdag 18 april a.s. deze vragen te beantwoorden?
Ja.
Vervolgvragen van D66
Betreft, handhaving parkeren op bedrijventerrein Eindhoven Airport
Eindhoven, 17 april 2012
Op zondag 15 april heeft de heer Reker van de LPF vragen gesteld over het handhaafbeleid op het bedrijventerrein Eindhoven Airport. Daar waar ik in de inleidende tekst soms andere woorden zou kiezen ben ik het met de vragen van de heer Reker helemaal eens. Ook voor D66 is het een raadsel waarom op dit moment handhavend wordt opgetreden tegen bedrijven die niets anders doen dan bestaande vierkante meters parkeervoorzieningen aanbieden aan hen die het hard nodig hebben.
Er is gewoon aantoonbaar een behoefte aan de extra parkeervoorzieningen die de bedrijven nu aanbieden. Het heeft nu geen zin te schermen met voorzieningen die op middenlange termijn worden gerealiseerd. Er is nu behoefte. Daarnaast worden ook de bewoners van de buurten nabij het vliegveld benadeeld. Waar nu nog geparkeerd kan worden bij de parkeerbedrijven kan dat straks niet meer. Dat is een extra parkeerdruk in de buurten.
Ons is een brede discussie over het totaal aan parkeervraagstukken op en rond Eindhoven Airport beloofd. Het is op z’n minst vreemd om te merken dat het college die discussie niet afwacht maar dat er wordt gekozen om nu te gaan handhaven. Ik zou het passend vinden dat de beloofde discussie wordt afgewacht. Dat geeft mogelijk nieuw licht op alle vragen.
De vragen 1 tot en met 4 van de heer Reker delen wij 1 op 1. Het is voor D66 vreemd dat er handhavend wordt opgetreden op een bedrijventerrein waar overduidelijk behoefte is aan parkeervoorzieningen. In de raadsvergadering van 28 februari 2012 stond de raad met de rug tegen de muur. Er moest ja gezegd worden tegen het nieuwe bestemmingsplan. Het onderdeel ‘ parkeervoorzieningen’ er uit halen via een amendement bleek niet mogelijk, dat was juist de grondslag van het nieuwe plan.
De raad gaf aan in een meerderheid voor de motie van D66 en LPF te zullen stemmen maar heeft dat niet gedaan vanwege de argumenten die hier zojuist aangeef. Er ontstond tenminste een gevoel bij de raad dat er terughoudend zou worden omgegaan met handhaven. Dat brengt mij tot mijn twee extra vragen. Omdat ik de vragen van LPF volledig onderschrijf nummer ik door met 5.
Vraag 5
Bij elk dossier waar sprake is van handhaving is duidelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden. Wij begrijpen die keuzes, handhavers groeien immers niet aan bomen. We moeten juist omgaan met de beperkte handhavingcapaciteit die we hebben als gemeente. Keuzes worden dan gemaakt met de terechte argumenten veiligheid en leefbaarheid.
Kan het college ons uitleggen welk belang wordt gediend dor juist op dit moment (zie vragen 1-4) te kiezen voor handhaving en welke andere handhavingsonderwerpen blijven door deze keuze liggen?
Vraag 6
Waarom wordt niet geacht met handhavend op treden totdat de beloofde discussie in de raad is gevoerd. Is de situatie op het Bedrijventerrein Eindhoven Airport nu werkelijk zo urgent dat uitstel van handhaving niet kan?
Net als de heer Reker vraag ik om een snelle reactie.
Met vriendelijke groeten,
Marco van Dorst
Fractievoorzitter D66
Antwoord van burgemeester en wethouders op vragen van D66
Voor onze beantwoording van de vragen 1 tot en met 4 volstaan wij hier met verwijzing naar ons antwoord op de raadsvragen van de heer R. Reker van heden.
5. Bij elk dossier waar sprake is van handhaving is duidelijk dat er keuzes gemaakt moeten worden. Wij begrijpen die keuzes, handhavers groeien immers niet aan bomen. We moeten juist omgaan met de beperkte handhavingcapaciteit die we hebben als gemeente. Keuzes worden dan gemaakt met de terechte argumenten veiligheid en leefbaarheid. Kan het college ons uitleggen welk belang wordt gediend door juist op dit moment zie vragen 1-4) te kiezen voor handhaving en welke andere handhavingsonderwerpen blijven door deze keuze liggen?
Handhavend optreden tegen het bedrijfsmatig aanbieden van parkeerruimte, dat instrijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, is niet van recente datum. Al vanaf 2010 treden wij aartegen op. Zoals in ons antwoord onder 1 aangegeven, is er Raadsnummer sprake van een beginselplicht tot handhavend optreden. In de nabijheid van de luchthaven gaat het daarbij om een niet onaanzienlijk aantal parkeerterreinen met een groot aantal parkeerplaatsen. Dit is geen ondergeschikte vertreding, waardoor wij gehouden zijn om handhavend op te treden. Dat is eens te meer zo, omdat deillegale parkeerbedrijvigheid de uitstraling en continuïteit van het bedrijventerrein niet ten goede komt. Andere geprioriteerde zaken blijven niet liggen.
6. Waarom wordt niet gewacht met handhavend op treden totdat de beloofde discussie in de raad is gevoerd. Is de situatie op het Bedrijventerrein Eindhoven Airport nu werkelijk zo urgent dat uitstel van handhaving niet kan?
Wij verwijzen naar ons antwoord op de vragen 1 en 5. Wij tekenen daarbij aan dat aan de door het raadslid Van Dorst aangehaalde parkeerbedrijf de begunstigingstermijn al meerdere malen is erlengd om aan dat bedrijf de gelegenheid te geven het illegaal bedrijfsmatig aanbieden van parkeren te beëindigen. Zoals aangegeven heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch op 4 april jl. geen aanleiding gezien om ons handhavend optreden te schorsen. Dat heeft de voorzieningenrechter vandaag op een herhaald verzoek daartoe opnieuw uitgesproken. Wij respecteren deze uitspraak en hebben daarmee geen grond noch aanleiding hiervan af te wijken. Het parkeerbedrijf is al geruime tijd bekend met ons handhavend optreden en juist in gezamenlijk overleg met betrokkene is besloten om tot 18 april a.s. de tijd te geven om de overtreding te beëindigen. Overeenkomstig vaste rechtspraak op dit punt mogen wij ook geen langere begunstigingstermijn stellen, dan strikt noodzakelijk is om de overtreding te doen beëindigen. De bredere discussie rondom het mobiliteitsvraagstuk rond Eindhoven Airport gaan wij–ter uitvoering van de einde februari aangenomen motie- graag met u aan. Wij berichten u daarover op zo kort mogelijke termijn.
Eindhoven, 17 april 2012.